Nieuw strandpaviljoen opmaat naar nog meer nieuwbouw

NOORDWIJK – Met het slaan van de eerste paal is Hotels van Oranje hard op weg om binnen enkele maanden het permanente strandpaviljoen te realiseren. Mede-eigenaar Charles de Boer voltooide samen met mede-eigenaar Bram Mol de handeling om de heipaal de grond in te beuken. Binnen enkele dagen volgen nog 64 palen van 9½ meter, waarna een strandpaviljoen zal verrijzen dat plaats biedt aan 300 personen. Niet alleen kan er een drankje genuttigd of uitgebreid gegeten worden, ook is de nieuwe locatie bedoeld voor feesten, partijen en bruiloftvieringen.

Door Joep Derksen

Mol was uiterst tevreden over deze voor Hotels van Oranje nieuwe fase: “Voor het eerst in 25 jaar gaan we van nul af met iets beginnen. We krijgen een nieuwe loot aan de stam, die eind april af moet zijn. Dit strandpaviljoen is een eerste aanzet tot de grote uitbreiding.”

Hij informeert: “Binnenkort starten we ook met de uitbouw en de nieuwbouw van Hotels van Oranje. Nu wil ik er nog niet veel over kwijt; daar wacht ik mee tot de zomertijd. Er komt zowel hoogbouw als diepbouw (een parkeergarage – JD) en we gaan het aantal hotelappartementen die behoren tot het landelijke topsegment uitbreiden. Daarnaast bouwen we permanente appartementen, zodat de mensen echt kunnen zeggen: ‘We resideren in Hotels van Oranje.’ Dit is onderdeel van onze algehele upscaling: we zijn een tripple-A accommodatie voor zowel de permanente als de hotelgasten.”

Mol kijkt naar de gebouwen op de Koningin Wilhelmina Boulevard: “Noordwijk aan Zee moet een inhaalslag maken en de beschikbare grond moet zo mooi mogelijk aangewend worden. Het hotel zelf blijft staan, maar de gebouwen van het Boulevard Hotel tot en met het elfde gebod gaan plat. Hier wordt totaal nieuw gebouwd, waarbij het eindresultaat voor de komende vijftig jaar beeldbepalend zal zijn. Het gebied wordt de landmark van Noordwijk.” Komt er in die landmark ook nog een beeldbepalend gebouw, dat er echt uitspringt? Mol lacht even: “Het is nu nog niet opportuun om hierover wat te vertellen.”