Zakelijk nieuws

Een overzicht van ruim 1.100 gepubliceerde artikelen in regionale weekbladen en magazines. Deze verhalen gaan over ondernemers, groot en klein. Het is slechts een kleine selectie van onderwerpen, waarmee uw bedrijf ook in het nieuws kan komen! Voor meer informatie: www.writing4u.nl, Email: joepderksen@live.com. Foto's kunnen ook via dit emailadres besteld worden.

07 november 2016

De basis voor succes ligt in samenwerking

Kenia – De meest succesvolle ondernemers weten, dat zakendoen een kwestie is van samenwerking. Waarom zou je alleen maar op je eentje proberen om een nieuwe markt te veroveren, danwel je producten te verkopen? Wilco Koek, van de Persoonlijke Verkoop van Royal Flora Holland, weet als geen ander, hoeveel voordelen samenwerking heeft en hij vertelt over de synergie van ondersteuning in de bloemen- en plantenwereld.

Door Joep Derksen

Royal FloraHolland ondersteunt bedrijven die actief (willen) zijn in en met Kenia. Juist door een innovatieve manier van denken slagen veel bedrijven in dit Afrikaanse land, met regelmatige ondersteuning van Royal FloraHolland. Koek: 'De afdeling Persoonlijke Verkoop heeft afgelopen jaren bewezen voor hun aangesloten kwekers meer marge te halen, wat in lijn is met onze strategie richting 2020. Daar zijn we dan ook trots op!' De Persoonlijke Verkoop werd zes jaar geleden opgericht voor bloemen, bij planten bestond de dienst al langer. Koek: 'In gesprek met de kwekers bleek dat naast directe verkoop ook behoefte was aan andere zaken, zoals promotie en feedback van kopers op bijvoorbeeld trends in de markt. 'Ik ben destijds begonnen met Panocal. Samen hebben we trajecten doorlopen, waarbij we duidelijk keuzes maken wat betreft assortiment en doelgroep, Panocals markt in kaart brengen en strategie bepalen. Maar ook hebben we de directe verkoop opgezet, een nieuwe hoes ontwikkeld en vernieuwde vormen van promotie ingevoerd.'

Gaat u of gaan uw collega's vaak naar Kenia? Om wat te doen? 'Één of twee maal per jaar reist de Persoonlijk Verkoper af naar Kenia om zijn kwekers te bezoeken. Daarnaast bezoeken ook de relatiebeheerder van FHS en de accountmanager met enige regelmaat de kwekers. Bezoeken worden onderling afgestemd, ook wordt er tijdens bezoeken samen opgetrokken met accountmanagers om zo de kweker optimaal te kunnen informeren en adviseren.'

Welke valkuilen komt u tegen in Kenia? 'De afstand was in de beginjaren een obstakel. Maar naarmate de communicatiemiddelen groeiden en verbeterden is de communicatie sterk verbeterd. Voorheen kon het verkrijgen van informatie uren, zo niet dagen duren. Ook kon door de minder goede communicatie van toen het gebeuren dat je elkaar “verloor”, waar het ging om de doelen/targets die je met elkaar had afgesproken.'

Bent u of zijn andere ondernemingen ook in zo'n valkuil gestapt en hoe hebt u dit opgelost? 'Door nauwe samenwerking met de relatiemanagers van FHS zijn we precies op de hoogte van het reilen en zeilen op de kwekerij. Zij hebben dagelijks contact met de kwekerijen en weten als geen ander wat er speelt aangaande productie, weer en eventuele uitdagingen waar de kwekerijen voor staan. Daarnaast heeft de verkoper bijna dagelijks zelf contact met de export- en marketingafdelingen van de farms. Sinds een jaar hebben we bij FHS een wekelijks Marketingoverleg. Hierdoor zijn de doelen altijd duidelijk en kan er met maximale output gewerkt worden aan de belangen van de kweker.' Hij vervolgt: 'Paul Wekesa van Panocal komt minimaal vier keer per jaar naar Nederland. We bezoeken dan samen kopers en diverse afdelingen binnen de veiling. Dit helpt een kweker enorm om een goede relatie op te bouwen en te onderhouden.'

Koek: 'Vorig jaar hebben we met kwekerij Bahati Premium Roses op deze manier gewerkt; van het opstarten van de farm tot introductie op de klok. Zij hebben gekozen om hun producten van hoge kwaliteit af te zetten via de klok. Door een daarop afgestemd marketingplan hebben we gezamenlijk Bahati succesvol in de markt weten te zetten. Momenteel werken we met de mZurrie Groep aan een volgend project en we zien ze nu ook andere kwekerijen aanhaken. Dit is ook weer een mooi voorbeeld van hoe we kwekers kunnen helpen meer marge te behalen.'


Welke tips heeft u voor ondernemers die zaken willen doen in danwel met Kenia? Stel samen doelen helder. Continue het managen van verwachtingen. Zorg voor commitment van de bedrijven waar je zaken mee doet. We merken dat er veel behoefte is aan ondersteuning in digitale directe verkoop, met name afzetmogelijkheden binnen Europa. Via het digitale platform FloraMondo van Royal FloraHolland bieden we de mogelijkheid hun producten aan te bieden aan de handelaren/exporteurs die actief zijn binnen die markt. Internationale kwekers missen vaak de feeling met de markt of hebben geen netwerk. Juist dat is onze kracht bij Persoonlijke Verkoop, doordat wij als Persoonlijk Verkopers de exporteurs/handelaren de juiste “vraag/aanbod match” kunnen bieden, snel kunnen antwoorden en up-to-date informatie hebben.'

'Ware groei zit in Kenia'

KENIA – De oorsprong van OZ Import ligt eigenlijk al in het continent Afrika. Het is al weer decennia geleden dat Klaas van Zijverden zijn eerste reis maakte naar Afrika, op zoek naar bijzondere en unieke bloemen. Eén van zijn eerste vondsten was de Protea Cynaroides, die hij vol trots mee naar Nederland bracht. Het enthousiasme bij de bloemenvakhandel was zo groot, dat hij lokale Afrikaanse kwekers stimuleerde om productie voor commercieel gebruik te gaan opzetten. OZ Import was geboren. Deze Protea telt nu bijna 200 nieuwe soorten. Soorten die zijn ontstaan nadat een selectie- en veredelingsbedrijf werd opgezet in Zuid-Afrika. In de afgelopen tien jaar zijn naast OZ Import, Rose Connect en Green Connect toegevoegd waardoor de totale importorganisatie drie specialismen kent.

Door Joep Derksen

OZ Import is een bloemenimporteur en handelsplatform, waarbij het bedrijf zich richt op het vermarkten van kwaliteitsbloemen. Zo'n 98% van de exotische en seizoensbloemen worden geëxporteerd vanuit Afrika en Zuid-Amerika, waarbij ook goed gelet wordt op duurzaamheid. Erik van Duijn is Commercial Director bij OZ Import. 'We importeren rozen, zomerbloemen, exoten en snijgroen. Uit Kenia komen niet alleen onze rozen, maar ook zomerbloemen, zoals, Gypsophila, Solidago en Liatris . Jaarlijks gaat het om ruim 100 miljoen stelen rozen en zo'n 20 stelen miljoen zomerbloemen, welke OZ Import en Rose Connect uit Kenia halen.

De eerste activiteiten, die OZ Import opzette op het continent Afrika, was in Zimbabwe. Maar door de politieke onrust die jaren geleden plaatsvonden, werd het voor kwekers daar steeds moeilijker om te investeren. De keuze werd gemaakt om verder uit te breiden in Kenia en daar heeft het bedrijf geen moment spijt van gehad. Van Duijn: 'Kenia is qua teeltklimaat ideaal en beter dan Zimbabwe. Het hele jaar rond is de temperatuur redelijk stabiel. Onze zusterbedrijven en importbedrijven maken gebruik van ons kantoor in Nairobi en alle bloemen komen vanuit heel Kenia naar de geconditioneerde locatie nabij het vliegveld JKIA toe.'

OZ Import koopt haar producten met name van kwekers uit de regio’s Naivasha en Nakuru. Op het vliegveld staat bij iedere aflevering door de lokale kwekers een kwaliteitsteam te wachten, die de producten bij aankomst controleert. De kweker krijgt vervolgens feedback op over het verder verbeteren van de aanlevering van zijn producten. Maar als de rozen en zomerbloemen van inferieure kwaliteit zijn, is het kwaliteitsteam onverbiddelijk; de producten worden dan direct teruggestuurd naar de 'farm'. Van Duijn: 'We brengen geen kwalitatief slechte producten op de markt.' Wel zorgt OZ Import dan voor de directe follow-up richting die kwekers. Het kwaliteitsteam bezoekt de farms om ter plekke adviezen te geven en zo veel mogelijk uitdagingen, samen met de kwekers, op te lossen. Het is een voorbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen, omdat zo de lokale kwekers en het personeel geholpen worden om een hogere kwaliteitsstandaard te ontwikkelen.

Welke valkuilen kwam Van Duijn tegen in Kenia? Hij lacht: 'Het opportunisme van de kwekers, die altijd wel inschatten dat ze wat meer beschikbaar gaan hebben, dan daadwerkelijk het geval is. Je zou het valse beloftes kunnen noemen, maar ik zie het als gezond enthousiasme. In de praktijk loopt het door bijvoorbeeld weersomstandigheden toch anders. Als 100 beloofd wordt is 70 of 80 vaak de werkelijkheid en soms zelfs maar 50 of 60. Door ervaring wijs geworden plan ik na de afspraakgesprekken dus de te verwachten productie ruim aan de voorzichtige kant in.'

Van Duijn is een echte ervaringsdeskundige: hij woonde ruim drie jaar in Kenia en reist tegenwoordig zo'n vier keer per jaar naar het land. Onder meer voor het bezoeken van de beurs IFTEX in Nairobi, in juni. 'Tijdens die reizen bezoeken we kwekers om nieuwe prijsafspraken en aantallen voor het komende jaar af te spreken . Maar ook om te evalueren hoe het op het moment gaat. In Kenia is het belangrijk om regelmatig contact te hebben. Ik ben ook niet de enige die reist en bovendien hebben we een lokaal kantoor, DFG Africa, in Kenia. Het is namelijk belangrijk om op dag- en weekbasis contact te hebben over de marktontwikkelingen.'


De toekomst ziet er goed uit voor de activiteiten van OZ Import en Rose Connect in Kenia: 'We hebben veel vertrouwen in Kenia en willen graag verder groeien. We zien daar een hoop mogelijkheden toe. Productie in landen als Uganda, Tanzania, Zambia en Zimbabwe neemt niet veel toe maar blijft stabiel. De groei zit daadwerkelijk in Kenia en Ethiopië.'

De Ruiter verovert Kenia

KENIA – De Ruiter Innovations B.V. is een veredelaar, die haar sporen al ruimschoots verdiend heeft. In verband met haar honderdjarig bestaan, heeft het vorig jaar het recht verkregen tot het voeren van het Koninklijk Wapen Hofleverancier. De Ruiter was één van de eerste bedrijven, die toekomst zag in Kenia als productiemarkt van rozen en dat betaalt zich anno 2016 nog altijd uit. Oscar Peters vertelt als directeur over het verleden, heden en de toekomst van De Ruiter in Kenia.

Joep Derksen

De Ruiter behoort met een marktaandeel van rond de 18% tot de top 3 van grootste veredelaars in Kenia en de rest van Afrika. Op dat continent is De Ruiter al actief in zeven landen. En dat niet alleen; ook heeft het bedrijf inmiddels een aantal rassen in de harde kleuren op de markt gezet, met name in de rode tinten. De gedachten van Peters gaan terug naar het begin van de jaren '90, toen De Ruiter actief werd in Kenia: 'Ons bedrijf wilde internationaliseren en we richtten ons op opkomende markten. In Colombia bestond de bloemenindustrie al 15 jaar, maar in het begin van de jaren '90 zetten we onze activiteiten in onder meer Kenia op.'In die tijd werkte De Ruiter alleen met agentschappen en uit het netwerk kwam de samenwerking met Oserian Development Company voort, die reeds een belangrijke positie in Afrika innam'.

Peters: 'Als veredelaar ben je bezig om het ras te ontwikkelen en onder licentie uit te geven aan een producent. Het waren in de beginjaren bloeiende tijden, omdat er hoofdzakelijk vier breeders in Afrika actief waren. Maar in de loop der jaren kwamen er steeds meer aanbieders en kromp het marktaandeel van de vier grotere veredelaars tot onder de 50%.

Sinds 2004 zijn er meerdere veredelingsbedrijven op de markt en is de concurrentie scherp. Nieuwkomers penetreerden de markt met agressieve verkooptactieken. Maar sinds enkele jaren lijkt de markt qua rassen wat te verzadigen. Peters: 'Men durft minder te experimenteren met nieuwe rassen en er wordt meer zekerheid gezocht. Hierdoor doen bedrijven liever met maximaal drie of vier veredelaars zaken. En dat zijn solide bedrijven, met een behoorlijk portfolio aan rassen.' Eigenlijk vindt Peters het jammer, dat er minder ruimte is voor vernieuwing van assortiment: 'Elke markt doet er goed aan om innovatief te zijn. Het is wel begrijpelijk dat de markt terughoudender en conservatiever is. Men kan zich geen misstap veroorloven want de marges staan onder druk.'

De Ruiter heeft creatief ingezet op vernieuwende marketingvormen en het volgen van tendensen. Peters: 'We zijn er niet alleen op uit om royalty's te innen, maar denken mee met de markt en de klanten zelf. We hebben een solide lange termijnbeleid, gebaseerd op de opbouw van relaties.' Zo'n 10 jaar geleden heeft De Ruiter het agentschap volledig van Oserian overgenomen. 'Dat was een bewuste keuze welke door de markt werd ingegeven'.

Ook de afzet van de rozen uit Afrika is enorm veranderd. Tot twaalf jaar geleden werd het merendeel nog via diverse (import)veilingen verkocht. Het type rozen dat ontwikkeld en gekweekt werd, was hoogproductief en hier dan ook op afgestemd. Maar sinds een aantal jaren is ook hier een ontwikkeling in gekomen. Veel productie vindt tegenwoordig plaats in hoger gelegen teeltgebieden waaronder Nakuru en de 'Mount Kenya regio'. Hier is sprake van een koeler klimaat waardoor je een langer productiecyclus krijgt. Dit geeft ruimte voor andere typen rassen. Peters: 'Hierdoor ontwikkelde Afrika een eigen markt voor grootbloemige T-hybrids ; deze rozen waren tot dan niet echt verkocht in dit continent.'

De Ruiter's veredelingsprogramma is constant onderhevig aan verandering. Sinds 2007 houdt het bedrijf zich heel bewust bezig met het selectieproces van rassen en de interactie tussen het veredelen, selecteren en de spelers in markt zelf. Van aanbod gestuurd veredelen heeft De Ruiter zich ontwikkeld tot vraaggericht veredelen. Met informatie van telers en hun klanten worden de nieuwste rozenrassen veredeld. Je kunt wel zeggen, dat dit een ware revolutie is geweest. Peters: 'Het was een subtiele verandering om de markt in een vroeger stadium te laten meekijken. Dankzij de telers, hun klanten en andere spelers in de markt zoals uitpakkers, kun je een betere selectiekeuze maken en zorgen voor meer snelheid in het selectieproces.'

Hoe ziet Peters de toekomst van de aanwezigheid van De Ruiter in Kenia? 'Wij zijn ons ervan bewust dat het makkelijker is om aan de top te komen dan te blijven. In de markt zal steeds meer sprake zijn van schaalvergroting, waarbij wij ons richten op grotere deals. De Ruiter poogt met haar uitgebreide assortiment haar uitgifte beleid te koppelen aan een optimale marktwaarde van het ras. Door uitgifte te beperken tot een selecte groep telers die garant kan staan voor kwaliteit zal dit leiden tot betere merkopbouw en het aansturen van vraag en aanbod en daarmee de prijsvorming.'


'De Ruiter's slogan "Creating Flower Business" staat voor interactief meedenken met alle spelers in de keten waardoor het bedrijf een rol speelt bij het creëren van toegevoegde waarde voor alle partijen in de bloemenindustrie.'

'Adjust transport to the product'

Kenya – The laboratory is the foundation for the development in the floricultural chain. Nobody knows this better but Esther Hogeveen-van Echtelt, Project leader / researcher After harvest technology of Wageningen Food & Biobased Research (WFBR). As project leader WFBR she has been involved in GreenCHAINge since August 2015. Her predecessors were Eelke Westra and Henry Boerrigter.

Joep Derksen

An important sales argument for consumers is the quality of flowers and plants. WFBR is part of Wageningen University and Research and it has been doing research on the quality of products in the floricultural chain for over twenty years. Hogeveen: 'In order for good quality floricultural products to reach the consumer, three aspects are important for the floricultural chain: a solid base product, transportation under optimal circumstances and the right treatment after transport.'

A good base product needs a solid preparation for the sometimes long road from producer to consumer. After harvesting, flowers and plants are prepared for transport by means of pre-cooling, adding of water of protection against bacteria and fungus, which could cross their path en route. To optimally transport the floricultural products, while maintaining the quality and durability, WFBR develops measures and protocols based on their research.

When and how did the idea arise for researching sea transport from Kenya? 'Large quantities of roses are flown in from Kenya. Why should this not be successful with sea freight as well? Using sea freight can result in a more durable chain (less CO2) and cost cutting. At the time, the major question was, whether the quality of the products would remain equal to air freight. Therefore, research has been done to set up a chain protocol for Kenyan roses. Besides this, it is important for all chain parties to cooperate; in this way they can all work for realising the best circumstances for the product.' Because of these reasons, GreenCHAINge Duurzame Sierteeltketens (Durable Floricultural chains) was set up in 2013. Its main purpose was to investigate the preservation of export chains of pot plants and cut flowers (amongst others through train transports), besides the import chain through sea freight from Kenya.

The purpose of the research is, that you want to develop a protocol, which will make sure that the quality throughout the chain is preserved as best as possible. Can you elaborate? Hogeveen: 'There are several directions in the research. We run tests to prove that sea freight from Kenya can function as well as air freight. Provided that attention is being given to a couple of issues, such as choice of variety, means of pre-treatment, after-harvest botrytis treatments, protection from dehydration during transport, how to package, which product temperatures you wish to achieve and how to fill the container. Also, a tool is developed to calculate the savings in CO2 when you switch from air freight to sea freight.

Besides that, it is important to fully understand the physiological process within a rose; what happens to a rose when it is transported at low temperatures for a longer period of time? Knowledge about this can give new insights in amongst others cultivar and after harvest treatment to preserve quality; also for sea freight. Hogeveen: 'Amongst others, the results show that the water balance of a rose on vase can alter as it is being transported for a longer period of time. But the extent to which the rose is troubled by this, seems to strongly relate to its breed/origin. Sometimes the stomata react slower when transport takes a longer period of time. Because of this, more fluid is lost, which makes a rose more susceptible for amongst others bent-neck phenomenons. In this project, we have shown that for many lots, an average vase life of over 7 days is achievable after sea freight and a retail simulation. With over 85% of the flowers in good general condition.'

You would like to see a chain cooperation to occur, in which all links in the chain will cooperate to realise sea freight. Do you think this is a realistic goal? 'With more information sharing, each party in the chain benefits when the consumer is pleased and buys the product next time again. The more each step is monitored and the information arising of this monitoring is passed on, the better all parties can assess what quality a batch has. I cannot yet indicate, whether it is realistic that all links in the chain will cooperate. We mostly notice that the key to good quality lies in cooperation and ever more parties are realising this. However, – often short term – interests remain present. We still have a long way to go.'

Cooperation is the foundation to success

KENYA – Most successful entrepreneurs realise, that doing business is a matter of cooperation. Why would you only try by yourself to conquer a market or sell your products? Wilco Koek is working at the Persoonlijke Verkoop (Personal Sales) of Royal Floral Holland. He knows like no-one else the value of cooperation and he talks about the synergy of support in the world of flowers and plants.

Joep Derksen

Royal FloraHolland supports companies that are or want to become active in and with Kenya. Many enterprises succeed, thanks to their innovative way of thinking. Herewith supported by Royal Flora Holland on a regular basis. Koek: 'The department Personal Sales has proven over the years that growers can realise higher margins, consistent to our strategy towards 2020. We are proud about that!' The Personal Sales was founded six years ago for flowers; this service has been available for plants some time longer already. Koek: 'In conversations with growers, it became obvious that there was also need for other services, besides direct sales. Things like promotion and feedback of purchasers on for instance trends in the market. At the time I started at Panocal. Together we went through pathways, at which we made clear choices with regard to assortment and target group. We mapped Panocals market and determined its strategy. But we also set up the direct sales, developed a new cover and introduced new forms of promotion.'

Do you or your colleagues visit Kenya often? To do what? 'Once or twice per year the Personal Seller travels to Kenya to meet his breeders. Besides that, the account manager of FHS visit breeders on a regular basis. Visits are also coordinated and during visits account managers cooperate together, in order to let the breeder be informed and advised as best as possible as well.'

What pitfalls do you encounter in Kenya? 'In the early years, distance was a challenge. But as the means of communication grew and improved, communication itself improved greatly as well. Before, obtaining information could last hours, if not days. Also, due to the less satisfactory communication possibilities of the time, it happened that both parties 'lost each other' with regard to the targets we had agreed upon.'

Did you or did other enterprises fall into such a pitfall and how did you solve this? 'Through close cooperation with the account managers of FHS we are well informed about the goings on of the nursery. They are in daily contact with the nurseries and know like no-one else what is going on with regard to production, the weather and possible challenges the nurseries are up against. Besides that, the seller gets in touch with the export and marketing departments of the farms on an almost daily basis. Since last year we have been holding weekly Marketing meetings at FHS. Because of this, targets are always clear and we can operate with maximum output for the interests of the breeder.' He proceeds: 'Paul Wekesa of Panocal visits the Netherlands at least four times per year. Then we visit purchasers and other departments within the auction together. This helps a breeder enormously to build up and maintain a good relationship.'

Koek: 'Last year we worked with breeder Bahati Premium Roses in the same way. Starting from the realisation of the farm to the introduction on the clock. They choose to sell their high quality products through the clock. We introduced a marketing plan together, based on their wishes, and could therefore successfully introduce Bahati in the market. Currently we cooperate with the mZurrie Groep on a next project and we also see that other breeders are following as well. This is another fine example on how we can help breeders achieving higher margins.'

What tips do you have for entrepreneurs who want to do business in or with Kenya? Make up clear targets together. Continue managing the expectations. Make sure of the commitment of the companies you do business with. We see an enormous need of support in digital direct sales, especially with regard to sales opportunities within Europe. Through the digital platform FloraMondo of Royal FloraHolland we offer traders/exporters the possibility to be active within that market. International breeders often miss the feeling with the market, or they do not have any network. Precisely that is our strength at Personal Sales, because we as Personal Sellers offer exporters and traders the right 'match for demand and supply', are able to reply to questions sooner and are in the possession of up to date information.'


Joep Derksen

De Ruiter conquers Kenya

KENYA – De Ruiter Innovations B.V. is a gentrificator / developer of roses and has amply earned its spurs. Due to its 100 years of existence, The company received the right to call carry the 'Koninklijk Wapen Hofleverancier' (Royal Weapon of supplier to the Royal crown) last year. De Ruiter was one of the first enterprises that foresaw Kenya’s opportunities as producer market for roses. Now, in 2016, this is still paying off. Oscar Peters, director, talks about the past, present and future of De Ruiter in Kenya.

Joep Derksen

With a market share of around 18%, De Ruiter belongs to the top 3 of largest developers in Kenya and the rest of Africa. At this continent, De Ruiter is already active in seven countries. Besides that, the company also introduced a number of varieties in the hard colours; especially in the red tints. Peters thoughts go back to the beginning of the 1990s, when De Ruiter became active in Kenya: 'Our company wanted to become more active on the international market and we focussed on upcoming markets. At the time, the flower industry in Colombia existed for 15 years already, but we set up our activities in amongst others Kenya. During the initial years, De Ruiter only worked with agencies and from their network the cooperation with Oserian Development company arose. Oserian already occupied an important position within Africa'.

Peters: 'As a gentrificator you are constantly developing the breed and pass it under license over to a grower. In the early years business was booming, because there were mainly four breeders active in Africa. But over the course of years more and more suppliers entered the market and the market share of the four largest gentrificators shrunk to below 50%.'

Since 2004 more gentrification companies have entered the market and competition is fierce. Newbies penetrated the market with aggressive sales tactics. However, since a few years ago, the market seems to become saturated with regard to the varieties. Peters: 'The desire to experiment with new breeds has gone down and all parties are searching for more security. Because of this, companies prefer to do business with a maximum of three to four gentrificators. And these are the steady companies, with an extensive portfolio in breeds.' Frankly, Peters thinks it is a shame that there is less room for renewal of the assortment. 'Each market benefits when it is innovative. However, it is understandable that the market is more reluctant and conservative. Mishaps cannot be afforded, since all margins are under strain.'

De Ruiter has creatively focused on innovative marketing strategies and following trends. Peters: 'We are not only here to cash royalties, but we brainstorm with the market and the clients themselves. We have a solid long-term policy, based on the building up of relations.' About ten years ago, De Ruiter entirely took over the agency from Oserian. 'It was a deliberate choice driven by the market situation.'

The sales of roses from Africa has also changed dramatically. Up to twelve years ago, the larger part was sold through various (import) auctions. It was a highly productive variety of roses that were developed and bred, especially for this type of trade. But since a few years, change has come. Nowadays a lot of production takes place in higher altitude growing areas, amongst them Nakuru and the Mount Kenya region. With a cooler climate, the flowers have a longer production cycle. This causes the rise of other types of breeds. Peters: 'For this purpose Africa created its own market for large-flowered T-hybrids; up till a few years ago these roses were not yet sold to this continent.'

The gentrification programme of De Ruiter is constantly subjected to change. Since 2007, the enterprise occupies itself consciously with the selection process of breeds and the interaction between the gentrification, selecting as well as the players in the market itself. De Ruiter has developed itself from supply driven gentrification to demand-focused gentrification. The latest rose breeds are developed based on information from growers and their clients. It can be said, that this has been a true revolution. Peters: 'It was a subtle change to let the market watch and have influence from an early stage. Thanks to the growers, their clients and other players in the market, such as unpackers, it is possible to realise an improved choice of selection. And at the same time make sure that the speed in the selection process goes up.'


How does Peters look at the future of De Ruiters' presence in Kenya? 'We are aware that it is easier to get to the top, rather than to stay on top. Economies of scale will be ever increasing in the market. We will focus on larger deals. With its own extensive assortment, De Ruiter tries to link her sorting policy to an optimal market value of the breed. By limiting the issuance to a selected group of growers, who ensure quality, we will realise a better brand building and be able to steer supply and demand and with it the shaping of prices. De Ruiter's slogan “Creating Flower Business”stands for brainstorming with all players interactively, within a chain. Because of this, the company continues to play a role in creating added value for all parties within the flower industry.'

Decofresh supports foundation in Kenya

KENYA – Matti Arielle is one of three directors of Decofresh Roses Kenya Ltd and Decofresh Holland Aalsmeer. The organisation is targeted at marketing and processing of exclusive roses from Kenya, produced in the Rift Valley.

Joep Derksen

'At the Rift Valley we closely cooperate with nine nurseries (almost 300 hectare of roses), located near the town of Nakuru, a two hours drive from Nairobi', explains Matti. 'My laptop was stolen in Kenya and therefore I could not do anything. In the hotel lobby I happened to meet the British Farah Mushtaq, who coordinates a charity organisation. She lent me her laptop and when I would be finished I could leave it at the reception. I found that very special; we always remained friends.'

Landfill

'Farah Mushtaq is working on two projects for the foundation Jimmy Roots; one in Thailand and one in Kenya', informs Matti. 'The one in Kenya (Nakuru) makes sure that all orphans who live in the 'slums' on a landfill receive free education via football. The children who live there just love football and they are allowed to practice and play under the condition that they go to school. The trainers, who are all volunteers, receive a small reimbursement, based on the number of pupils who show up. So this motivates everybody to take it serious. When I returned to Kenya and visited a training, I noticed that the children were playing barefoot or with broken shoes. I have two children of my own, who practise sports and they regularly need new pairs of shoes. It is the same with these children. That's how my idea started to discuss this with sport clubs in the Netherlands.'

Support

'My wife Erica is active in the parent council of elementary school Het Bolwerk in Sassenheim and she got tremendous support from the entire school. All children helped collecting and within a short period of time we had shoes, shirts and money as well. Through our company we received help from (football club) Ter Leede, L.J. Sport and a football club in Pijnacker. We collected almost 500 pairs of football and sport shoes, a few hundred Ter Leede shirts and other football related articles. With the help of 'Keuhne & Nagel Cargo Nederland en Kenia' we brought these shoes and clothing to Kenya.'

We experienced the biggest threshold with the Kenyan customs, but that became resolved. The children were extremely happy with their colourful shoes and shirts. The all felt like they were Messi and walked around deliriously happy. The faces and tears of the teachers and coordinators made it even more beautiful. With the 1,200 Euro we can support the foundation for one whole year and with extra assistance from the Kenyan nurseries Omang Roses' and Amor Roses, thirty children will receive free training.

Assistance

'I am convinced that this kind of project can be expanded tremendously. With the support of a lot more football clubs in the Netherlands and other foundations in Keny. Unfortunately I lack the time to realise this. I don't have enough people and finances to get the goods to Kenya. I will continue with collecting football shoes and toys on a small scale. These I will pack in my suitcases to take with me on my way to Kenya. Additionally, our company Decofresh will keep on supporting the foundation in Kenya.'

'True growth lies in Kenya'

KENYA – The origin of OZ Import actually lies on the continent of Africa. It has been centuries since Klaas van Zijverden made his first journey to Africa, looking for special and unique flowers. One of his first finds was the Protea Cynaroides, which he proudly brought back to the Netherlands. The enthusiasm about the Protea Cynaroides was so enormous in the flower industry, that he stimulated local African growers to set up production for commercial usage. OZ Import was born. This Protea now has almost 200 new breeds. These breeds were realised after a selection and gentrification company was set up in South Africa. Next to OZ Import, also Rose Connect en Green Connect were added in the past ten years. Therefore the import organisation has three specialisms.

Joep Derksen

OZ Import is a flower importer and trade platform. The company aims at marketing quality flowers. About 98% of the exotic and seasonal flowers are exported from Africa and South America, whilst sustainability is also paid attention to. Erik van Duijn is Commercial Director with OZ Import. 'We import roses, summer flowers, exotic species and ornamental foliage. From Kenya we do not only import roses, but also summer flowers such as Gypsophila, Solidago and Liatris.' Annually OZ Import and Rose Connect bring over 100 million stem roses and about 20 million stem summer flowers over from Kenya.

It was in Zimbabwe that OZ Import set up its first activities on the African continent. But due to the political unrest, which happens years ago, it became more and more difficult for growers to invest in this country. The choice was made to further expand to Kenya and the company doesn't have a single regret. Van Duijn: 'When you look at the climate for growing flowers, Kenya is ideal and even better than Zimbabwe. The whole year around temperatures are fairly stable. Our sister companies and import companies use our office in Nairobi and all flower arrive from all over Kenya at the conditioned location near the airport JKIA.'

OZ Import purchases its products mostly from growers in the regions Naivasha and Nakuru. With each delivery by the local growers, a quality inspection team is waiting at the airport and checking the products upon arrival. The grower receives immediate feedback regarding the continued improving of the supply of his products. But if the roses and summer flowers are of inferior quality, the quality inspection team is relentless: the products are then being sent back to the farm. Van Duijn: 'We do not bring bad products on the market.' However, OZ Import does make sure that these growers receive immediate follow-up. The quality inspection team visits the farms to provide on the spot advise and resolve as many challenges as possible, together with the growers. It is an example of corporate social responsibility, because in this way the local growers and their staff are supported to develop a higher quality standard.

What pitfalls did Van Duijn experience in Kenya? He laughs: 'The opportunism of the growers, who always estimate that they will grow more flowers, than will actually be the case. You could call them false promises, but I'd rather see it as healthy enthusiasm Reality shows, that the total output will be different, due to for instance weather conditions. When growers promise me 100, reality is that they will achieve 70 or 80 and sometimes even only 50 or 60. I have learned from experience. Therefore I cautiously estimate the expected production, which is predicted to me during the meetings I have with the local growers.'

Van Duijn is an expert by experience; he lived in Kenya for three years and nowadays travels to the country about four times per year. Amongst others for visiting the trade exhibition IFTEX in Nairobi in June. 'During these trips we visit growers to make new price arrangements and talk about the numbers to be produced in the coming year. But we also evaluate how things are going at that moment. In Kenya it is important to be in regular contact with each other. Therefore I am not the only one who travels to Kenya. Besides, we also have a local office, DFG Africa, in Kenya. It is indeed important to be in touch about the market developments on a weekly and even daily basis.'


The future looks bright for the activities of OZ Import and Rose Connect in Kenya. 'We have a lot of confidence in Kenya and would like to expand. We envision a lot of possibilities for this objective. Production does not increase a lot in countries like Uganda, Tanzania, Zambia and Zimbabwe. Instead; it remains stable. True growth can be found in Kenya and Ethiopia.'

The secret to success is local involvement

NAIROBI – Doing business in Kenya is on the one hand complicated, but at the same time it can also be remarkably easy. Bert Rikken, Agricultural Counsellor of the 'Landbouwraad (agricultural council) Kenya', knows this best. In an interview he explains in what way the Landbouwraad can support entrepreneurs from the agricultural sector.

Joep Derksen

The network of agricultural councils supports Dutch enterprises in the agricultural sector with their international ambitions. The agricultural council assists companies in all links of the (agricultural) chain, such as basic material, agricultural products, technique, service, trade and marketing. Rikken himself has been working as agricultural counsellor at the embassy in Nairobi since 2013 and his range of operations comprises of the countries Kenya and Tanzania. Before this, he worked at the plant health service, amongst others. For the past few years, Rikken distinguished himself by his efforts on stimulating trade and investments in the agricultural sector between Kenya and the Netherlands.

He informs: 'Kenya has a pleasant climate and it is ideal to operate agriculture and horticulture all year long. This is due to the altitude on which important agricultural areas find themselves. Soils are volcanic in the Large Rift Valley and therefore particularly fertile.' Already in the previous century Dutch rose breeders started their activities in Kenya. And to great effect: nowadays already half of all roses on the Dutch auction come from East Africa.

The agricultural council cooperates with the Dutch Topsectoren Tuinbouw & Uitgangsmateriaal, Agrofood en Logistiek (top sectors horticulture and basic material, agricultural food and logistics). In the Kenyan ornamental horticulture sector the sustainable entrepreneurship, or: 'climate smart agriculture' is very much alive. And, in particular, climate change. According to Rikken, one of the success stories is without a doubt rose processor Olij. This company is located in Naivasha and it uses solar energy for generating electricity and warmth. The project of Green Farming was opened by minister Ploumen in October 2013. The major purpose of the project 'Solar powered Greenhouse' is to make the Olij company independent from the Kenyan electricity network. A warmth and power generation occurs by means of solar panels and solar collectors. Because of this, the green house can be kept warm at night and the enterprise keeps sufficient power for its company processes.

Rikken: 'They are particularly active in community support and show that they are not only a commercial enterprise, but are also concerned for the development of the local population. Precisely because they work with new technologies, such as geothermal heating, they have an edge on newcomers.' He points out the programme 'Green Farming': 'This is meant for Dutch horticultural suppliers, who are active in the export of goods, services, knowledge and consultancy at the Kenyan market. The purpose of the programme is to promote the export of Dutch products and to increase the market share of the Dutch supplying sector in the Kenyan market.'

Dutch entrepreneurs enjoy a privileged position anyway, because the Dutch government has concluded arrangements with the Kenya Flower Council, to prevent commercial enterprises from being opposed. Rikken advises entrepreneurs considering entering the Kenyan market: 'Look around very well. You can come in with a perfect business plan, but sometimes it is a little more challenging to have it executed. It works different here, from a cultural perspective; it is for instance important to speak to your suppliers on a regular basis. Power supply stops here from time to time; it is important to also consider this in the business plan. Roads are very bad here as well. This can cause some delay.' He laughs: 'Just like all the speed bumps. I think that Kenya holds the world record of speed bumps!'


For more information: www.kenia.agroberichtenbuitenland.nl.

Transition from day trade to futures

KENYA – The Union of wholesalers in flower nursery products (Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten; VGB) is a highly esteemed player, with regard to doing business in and with Kenya. Anton Bril realises that, like no one else. VGB's focus lies with the representation of interests and providing a network and platform to its members. Besides that, VGB is an antenna for developments and innovations in the sector. VGB receives international acclaim for GreenCHAINge.

Joep Derksen

The VGB is acting as lobbyist on an international scale. That is why this organisation is member of the Union Fleurs, for which it also supplies the chairperson and a board member. Union Fleurs is located in Brussels. In what way was VGB active, with regard to Kenya? 'Last Summer, Union Fleurs organised a special assembly of members in Nairobi, at which many import matters were discussed. These import matters are important to the Netherlands.'

As for GreenCHAINge, VGB has been cooperating with Wageningen Food & Biobased Research for ten years already. This cooperation once started to stimulate export of tulips and daffodils to New York and Miami by boat. Nowadays thirty containers are shipped that direction every week, amongst others from the company Holex. Because of this success, GreenCHAINge was expanded with the import of Protea, delicate forestry articles from South Africa and carnation import from Columbia.

Currently the VGB is busy with setting up a regular container transport network from Kenya, in cooperation with amongst others Intergreen, Hilverda de Boer, FleuraMetz and Royal FloraHolland. Transporting by ship takes 28 days and for products such as roses and carnation it is absolutely essential that the entire refrigeration chain functions to optimum effect. Bril is a staunch supporter for the further improvement of the refrigeration chain management. He states: 'At this moment the refrigeration chain is for roses not yet stable and not yet professional enough. That is, these flowers need continuous cooling (at 0.5 degrees, JD); starting from the nursery, through transport, in the consolidation centre and from the reefer in the harbour to the boat. In the hinterland the refrigeration chain is still in full development; by no means all local transport companies are able to transport their products in a refrigerated environment.' Transporting products by ship can lead to a 25% decrease in costs. Bril sees positive developments: 'In Bremen I visited Agro Merchants Group, which invests millions of Euros in setting up a consolidation centre. Kenya needs an investor, who sets up a solid refrigeration chain management. In this way the transport system will be equipped for sea freight starting from the nursery all the way up to the harbour in Mombassa.'

Nowadays ten breeders and six traders have joined forces in Kenya. Bril explains: 'Together they work as a team. They prepare cargo’s for transport together and conclude agreements. This happens in cooperation with the VGB and the auction. The VGB has developed a standardized packaging for optimum use in the reefer container. It has been agreed upon that everybody uses that particular packaging. These are all building blocks we managed to realize commonly collectively. It is pretty unique and we are proud of it.'


There's still a long way to go, but Bril has high expectations of the developments of sea freight from Kenya. 'Nowadays there are not so many air freight is coming out of Columbia. It is all being brought in by ship, because it is so much cheaper. 80% of world trade is shipped to its final destination. Hundreds of thousands of containers with vegetables and fruit are being transported to the Netherlands. But, it is necessary for all of us to have patience, yet also the vision to step away from the day trade. And move more towards futures and planning. When you use sea freight, you need to be able to plan ahead for four weeks.'

Het geheim van het succes is lokale betrokkenheid

NAIROBI – Zaken doen in Kenia is aan de ene kant complex, maar kan soms ook opmerkelijk eenvoudig zijn. Bert Rikken, Agricultural Counsellor van de Landbouwraad Kenia, weet dit als geen ander. In een interview vertelt hij hoe de Landbouwraad ondernemers uit de agricultuur kan ondersteunen.

Door Joep Derksen

Het netwerk van landbouwraden ondersteunt Nederlandse bedrijven in de agrarische sector bij hun internationale ambities. De landbouwraad is er voor bedrijven in alle schakels van de (agro)keten, zoals uitgangsmateriaal, agroproducten, techniek, dienstverlening, handel en afzet. Rikken zelf werkt al sinds 2013 als 'landbouwraad' op de ambassade in Nairobi en hij heeft Kenia en Tanzania als werkgebied. Daarvoor heeft hij onder meer op de plantenziektenkundigedienst gewerkt. De afgelopen jaren heeft Rikken zich onderscheiden door zijn inzet op het stimuleren van handel en investeringen tussen Kenia en Nederland in de landbouwsector.

Hij informeert: 'Het klimaat in Kenia is aangenaam en ideaal om het hele jaar rond land- en tuinbouw te bedrijven. Dat komt door de hoogte waarop belangrijke landbouwgebieden zich bevinden. In de Grote Rift-vallei zijn de bodems vulkanisch en dus zeer vruchtbaar.' Al in de vorige eeuw begonnen de eerste Nederlandse rozentelers hun activiteiten in Kenia. En met groot succes: nu komt al de helft van alle rozen op de Nederlandse veiling uit Oost-Afrika.

De Landbouwraad werkt op veel gebieden samen met de Nederlandse Topsectoren Tuinbouw & Uitgangsmateriaal, Agrofood en Logistiek. In de Keniaanse sierteeltsector leeft het duurzaam ondernemen, oftewel 'climate smart agriculture' en vooral klimaatverandering bijzonder sterk. Één van de succesverhalen is volgens Rikken zonder meer Rozenveredelaar Olij. Dit bedrijf maakt in Naivasha gebruik van zonne-energie voor het opwekken van elektriciteit en warmte. Het project van Green Farming werd in oktober 2013 geopend door minister Ploumen. Het project ‘Solar-powered Greenhouse’ heeft als doel het bedrijf van Olij onafhankelijk te maken van het Keniaanse elektriciteitsnet. Met behulp van zonnepanelen en zonnecollectoren vindt gecombineerde warmte- en stroomopwekking plaats. Hiermee kan de kas ’s nachts worden verwarmd en het bedrijf worden voorzien van stroom voor de bedrijfsprocessen.

Rikken: 'Ze doen veel aan community support en laten zien dat ze niet alleen een commerciële onderneming zijn, maar zich ook bekommeren om de ontwikkeling van de lokale bevolking. Juist doordat ze met veel nieuwe technologieën werken, zoals geothermal heating, hebben ze een voorsprong op nieuwkomers.' Hij wijst op het programma 'Green Farming': 'Dit is bedoeld voor Nederlandse tuinbouwtoeleveranciers die actief zijn in de export van goederen, diensten, kennis en advisering op de Keniaanse markt. Het doel van het programma is om de export van Nederlandse producten te bevorderen en het marktaandeel van de Nederlandse toeleverende sector op de Keniaanse markt te vergroten.'

Sowieso hebben Nederlandse ondernemers vaak een streepje voor, want de Nederlandse regering heeft samen met de 'Kenya Flower Council' afspraken gemaakt, zodat commerciële bedrijven niet tegengewerkt worden. Rikken tipt ondernemers die overwegen om de Keniaanse markt op te gaan: 'Oriënteer jezelf goed. Je kunt met een perfect businessplan komen, maar het is soms wat uitdagender om het uitgevoerd te krijgen. Cultureel gezien werkt het hier anders; het is belangrijk om je leveranciers regelmatig te spreken. Energie valt hier nogal eens uit; dat is belangrijk om mee te nemen in het businessplan. De wegen zijn hier ook heel erg slecht. Dat kan best wat vertraging opleveren.' Hij lacht: 'Net als alle verkeersdrempels. Volgens mij heeft Kenia een wereldrecord aan verkeersdrempels neergelegd!'


Voor meer informatie: www.kenia.agroberichtenbuitenland.nl.

Overgang van daghandel naar termijnhandel

Kenia – De Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten (VGB) is een zeer gewaardeerde partij, waar het gaat om het zakendoen in en met Kenia. Anton Bril weet dat, als geen ander. De focus van de VGB ligt bij belangenbehartiging en het bieden van een netwerk en platform aan leden. Daarnaast is de VGB een antenne voor ontwikkelingen en innovaties in de sector. Internationaal furore maakt VGB met GreenCHAINge.

Door Joep Derksen

De VGB is internationaal actief als belangenbehartiger. Daarvoor is deze organisatie lid van Union Fleurs waarvoor zij de voorzitter en een bestuurslid levert. Union Fleurs is gevestigd in Brussel. Op wat voor vlak is de VGB actief, waar het gaat om Kenia? Union Fleurs had afgelopen zomer een speciale ledenvergadering in Nairobi waar veel, voor Nederland belangrijke, importzaken aan bod zijn gekomen.

VGB  werkt al tien jaar samen met Wageningen Food & Biobased Research, waar het gaat om GreenCHAINge. Die samenwerking begon ooit, om de export van tulpen en narcissen per schip naar New York en Miami te stimuleren. Nu gaan wekelijks dertig containers die kant op, onder meer van Holex. Door het succes werd GreenCHAINge uitgebreid met de import van Protea en fijnbosartikelen uit Zuid-Afrika en de anjerimport uit Columbia.

Momenteel is de VGB druk bezig om een regulier containertransportnetwerk op te zetten vanuit Kenia, in samenwerking met onder meer Intergreen, Hilverda de Boer, FleuraMetz en Royal FloraHolland. Het per schip transporteren duurt 28 dagen en voor producten als rozen en anjers is het dan absoluut noodzakelijk, dat de hele koelketen optimaal functioneert. Bril is een warm pleitbezorger voor de verdere verbetering van het koelketenbeheer. Hij stelt: 'Op dit moment is de koelketen nog niet stabiel en professioneel genoeg voor rozen. Deze bloemen moeten namelijk continue gekoeld blijven (op 0,5 graden, JD); vanaf de kwekerij, via het transport, in het consolidatiecentrum en van de reever in de haven naar de boot. In het Hinterland is de koelketen nog volop in ontwikkeling; lang niet alle lokale transportbedrijfjes kunnen hun producten in een gekoelde omgeving vervoeren.'

Het vervoeren van producten per schip kan tot 25% van de kosten besparen. Bril ziet positieve ontwikkelingen: 'Ik was in Bremen bij de Agro Merchants Group: die investeren miljoenen in het opzetten van een consolidatiecentrum. In Kenia is een investeerder nodig, die een goed koelketenbeheer opzet, zodat het transport in dit land vanaf de kweker tot en met de haven in Mombassa ook op zeevracht is ingericht.' 

Inmiddels hebben tien kwekers en zes handelaren in Kenia de handen ineengeslagen. Bril licht toe: 'Ze werken als team samen, zetten ladingen bij elkaar voor transport en maken afspraken. Dit gebeurt in samenwerking met de VGB en de veiling. De VGB heeft een standaard verpakking ontwikkeld voor gebruik in de reevercontainer. Afgesproken is dat iedereen die standaard verpakking gaat gebruiken. Het zijn allemaal bouwstenen die we gezamenlijk naar boven hebben gebracht. Dat is best uniek en daar zijn we trots op.'

Er is nog een lange weg te gaan, maar Bril heeft hoge verwachtingen van de ontwikkelingen van het zeetransport vanuit Kenia. Uit Colombia vliegt niet zoveel meer; het vaart allemaal, omdat het zo goedkoop is. 80% van de wereldhandel wordt gevaren naar de eindbestemming. Honderdduizenden containers met groenten en fruit worden getransporteerd naar Nederland. Maar je moet wel met z'n allen het geduld én de visie hebben, dat je van die daghandel afstapt. En dat je meer naar termijnhandel en planning gaat. Als je vaart, moet je wel vier weken vooruit kunnen plannen.'

'Transport afstemmen op het product'

Kenia – De basis van de ontwikkeling van nieuwe producten in de sierteeltketen ligt in het laboratorium. Er is niemand, die dat beter weet dan Esther Hogeveen-van Echtelt, Projectleider/onderzoeker Naoogsttechnologie van Wageningen Food & Biobased Research (WFBR). Zij is sinds augustus 2015 als projectleider WFBR betrokken bij GreenCHAINge; voor haar waren dit Eelke Westra en Henry Boerrigter.

Door Joep Derksen

De kwaliteit van bloemen en planten is een belangrijk koopargument van consumenten. WFBR is onderdeel van Wageningen University and Research en doet al meer dan 20 jaar onderzoek naar de kwaliteit van producten in de sierteeltketen. Hogeveen: 'Om sierteeltproducten van goede kwaliteit bij de consument te krijgen, zijn drie aspecten belangrijk in de sierteeltketen: goed uitgangsproduct, transport onder optimale omstandigheden en juiste behandeling na transport.'

Bij een goed uitgangsproduct hoort de voorbereiding voor de soms lange weg van producent naar consument. Bloemen en planten worden na de oogst geschikt gemaakt voor transport door onder andere voorkoelen, watertoevoeging of bescherming tegen bacteriën en schimmels die onderweg hun pad kunnen kruisen. Om sierteeltproducten optimaal te transporteren met behoud van kwaliteit en houdbaarheid ontwikkelt WFBR maatregelen en protocollen op basis van onderzoek.

Wanneer en hoe ontstond de idee voor het onderzoek naar zeetransport vanuit Kenia? 'Vanuit Kenia worden grote hoeveelheden rozen ingevlogen. Waarom zou dit niet ook met een zeecontainer kunnen? Dit kan namelijk resulteren in een duurzamere keten (CO2-besparing,) en kostenbesparing. De vraag was indertijd of de kwaliteit net zo goed zou zijn als bij luchtvracht. Er is dus onderzoek nodig om een ketenprotocol op te stellen voor Keniaanse rozen en het is belangrijk dat de verschillende ketenpartijen samenwerken, zodat zij zich allemaal inzetten voor de beste omstandigheden voor het product.' Hierdoor werd GreenCHAINge Duurzame Sierteeltketens in 2013 opgezet. Doel ervan is om naast de importketen via zeevracht vanuit Kenia ook te kijken naar verduurzaming van exportketens van potplanten en snijbloemen (onder andere via treintransporten).

Het onderzoek houdt in, dat u een protocol wilt ontwikkelen, waardoor de kwaliteit zo goed mogelijk behouden blijft in de keten. Kunt u hier meer informatie over geven?
Hogeveen: 'Er zijn meerdere richtingen in het onderzoek. We doen proeven om aan te tonen dat zeetransport vanuit Kenia net zo goed kan werken als luchtvracht, mits er wel aandacht besteed wordt aan een aantal punten. Dan gaat het onder meer om raskeuze, voorbehandelingsmiddelen; botrytisbehandelingen na de oogst, bescherming tegen uitdroging tijdens transport, hoe te verpakken, welke producttemperaturen wil je bereiken en hoe de container te vullen. Er is ook een tool ontwikkeld om CO2 besparing te berekenen bij overgang van luchtvracht naar zeevracht.


Daarnaast is het belangrijk om het fysiologische proces in een roos te begrijpen: wat gebeurt er in een roos als hij getransporteerd wordt langere tijd bij lage temperaturen? Kennis hiervan kan nieuwe inzichten geven voor onder meer veredeling en handelingen na oogst om kwaliteit te waarborgen; ook bij zeevracht. Hogeveen: De resultaten laten onder andere zien, dat de waterbalans van een roos op de vaas kan veranderen naarmate een roos langer getransporteerd wordt. Maar de mate waarin een roos hier last van heeft, lijkt in sterke mate afhankelijk te zijn van ras/herkomst. De huidmondjes reageren soms trager naarmate het transport langer is waardoor meer vocht verloren en een roos vatbaarder wordt voor o.a. bent-neck verschijnselen. We hebben in dit project aangetoond dat voor veel partijen na zeetransport en een retailsimulatie een gemiddeld vaasleven van meer dan 7 dagen met daarbij > 85% van de bloemen nog in goede conditie zijn, haalbaar is.'


U wilt dat er sprake zal zijn van ketensamenwerking en dat alle schakels in de keten mee moeten werken om zeetransport mogelijk te maken. Is dat realistisch? 'Met meer informatiedeling profiteert elke partij in de keten, als de consument tevreden is en de volgende keer het product weer koopt. Hoe meer er bij elke stap gemeten wordt en deze informatie ook doorgegeven wordt, hoe beter men kan inschatten met welke kwaliteit een batch aankomt. Of het realistisch is, dat alle schakels in de keten mee gaan werken, kan ik niet aangeven. Wij merken vooral dat de sleutel tot goede kwaliteit daar ligt en we merken dat steeds meer partijen dit wel inzien. Wel blijven commerciële (vaak korte termijn) belangen nog aanwezig. En is hier nog wel een weg te gaan.'